Van de vloer, naar een eigen vloer.
Van de vloer, naar een eigen vloer.
Wat er wel was, was een optie op een vakantiepark of in een tuinhuisje. Tijdelijk omgebouwd tot ‘zorglocatie’. Soort van intramuraal, zo werd het genoemd. Maar zonder echt toezicht. Zonder veiligheid. Geen stabiele plek. Niet voor het kind, laat staan voor het zorgteam. Op dat moment werd voor ons iets pijnlijk helder. Niet alleen hoe hoog de nood is, maar ook hoe ver tijdelijke oplossingen inmiddels zijn opgeschoven richting normaal. Dat mogen we niet laten gebeuren.
Eddie: “Als zorgverlener zou ik woedend kunnen worden. Maar met boosheid verander je niets. Het enige wat je kunt doen, is besluiten wat je niet meer accepteert en daarnaar handelen.”
Dus we weigerden. Niet omdat we de nood niet zagen, maar juist omdat we die zo scherp zagen. Want meebewegen hier zou betekenen dat we iets legitimeren wat niet veilig, niet controleerbaar en niet menswaardig is. En dan komt er een moment dat je weet: blijven repareren aan de randen is niet genoeg meer.
Wij werken al jaren op plekken waar het kraakt. In teams die onder druk staan. In situaties waar gaten in roosters vallen en zorgprofessionals blijven dragen wat eigenlijk niet meer te dragen is. We begonnen Team Connected ooit als flexibele schil. Als bijspringers. Maar steeds vaker werd duidelijk: het probleem zit niet alleen in capaciteit. Het zit in hoe we zorg organiseren. In wat we normaal zijn gaan vinden. Het gaat om vertrouwen. Om structuur, om stabiliteit. Om zorg, zoals zorg bedoeld is.
En zo groeiden we. Niet zozeer in omvang, maar vooral in onze rol. We werden steeds vaker gevraagd om mee te denken over inhoudelijke vraagstukken. Over afdelingen die opnieuw richting nodig hadden. Over het tackelen van onderstromen waar niemand het over had. Over situaties waar nood dreigde te winnen van kwaliteit. Wat we daarin steeds opnieuw zagen: als teams worden gezien en ondersteund, keert rust terug. Veiligheid. Minder incidenten. Niet door harder te werken, maar door vanuit visie te werken.
Het afgelopen jaar bracht daarin verdieping. De vragen gingen al lang niet meer alleen over diensten en roosters. Ze gingen over hoe je zorg gezond houdt. Voor cliënten en voor zorgprofessionals. “Kunnen jullie ons helpen bij het opnieuw vormgeven van een afdeling?” “Zouden jullie onze teamleider willen ondersteunen bij het omgaan met weerstand?” Ja, dat kunnen we. En dat hebben we gedaan.
Wat we zagen, was tweeledig. Aan de ene kant de gevolgen van structurele overbelasting: onrust, incidenten, uitval. Aan de andere kant wat er gebeurt als er rust en richting terugkomt. Als teams weer kunnen werken vanuit een heldere visie. Dan neemt de veiligheid toe. Dan daalt de spanning. Niet omdat er harder gewerkt wordt, maar omdat de basis weer klopt en rust terugkeert.
Steeds vaker kregen we dezelfde vraag: waarom starten jullie niet zelf een zorginstelling?
We twijfelden. Echt. Want we weten hoe het kan klinken: een partij die het naar zich toetrekt. Alles in eigen regie, eigen belang. Maar dat is niet wat ons drijft. We hebben ons serieus afgevraagd: wie zijn wij om dit te doen? Maar de eerlijkere vraag werd uiteindelijk: wie zijn we als we het níét doen? Hoe langer we erover nadachten, hoe duidelijker het werd: niets doen is ook een keuze.
Als kwetsbare cliënten structureel terechtkomen op vakantieparken of in tuinhuisjes omdat er ‘even niets anders is’, dan is dat geen incident meer. Dan is het een ontwikkeling die we te lang hebben gedoogd. En als je die ontwikkeling niet wilt normaliseren, dan moet je ook bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen.
Daarom zetten we in 2026 een volgende stap in zorgherstel: niet als ambitie, maar als antwoord.
We gaan bouwen aan een eigen zorginstelling voor acute intramurale overbruggingszorg. Klein van schaal, maar stevig in basis. Veilig. Controleerbaar. Met duidelijke regie en een gezond team. En waar de cliënt weer op 1, 2 en 3 staat.
Edward: “We bouwen deze plek zodat kinderen en kwetsbare cliënten niet meer tijdelijk in tuinhuisjes of vakantieparken hoeven te wonen, en crisissituaties niet meer afhangen van wie er toevallig beschikbaar is.”
Deze zorginstelling zien we niet als een uitbreiding van ons werk, maar als een antwoord op wat we niet meer kunnen tolereren. Als een tegenbeweging tegen zorg die kwalitatief niet klopt. Tegen situaties waarin nood belangrijker wordt dan veiligheid. Tegen oplossingen die tijdelijk lijken, maar structureel worden en niet controleerbaar worden georganiseerd.
Waar wij voor staan, is zorg die veilig, controleerbaar en menselijk is. Met duidelijke verantwoordelijkheid. Met toegewijde teams die gezien worden en het kunnen dragen. En met plekken waar de behandeling van cliënten door kan gaan en bijdraagt aan herstel.
We zien deze zorginstelling als een verlengstuk van wat we al jaren doen: stabiliseren, structureren, ruimte geven om weer te ademen. Zorgherstel begint voor ons niet puur in beleid of plannen, maar op de vloer. In wat je wel en niet accepteert. In de keuzes die je maakt als het schuurt. Met menselijke maat. En met toegewijde mensen die dit elke dag waarmaken.
Dat is wat we willen bouwen. Een nieuwe standaard. Vanuit visie. Vanuit betrokkenheid.
En vooral: voor de cliënt, voor de collega, voor de zorg.
We staan nu nog aan het begin van dit proces. Letterlijk en figuurlijk. Maar wat wel vaststaat, we blijven doen wat we altijd deden als zorgherstellers. Bijspringen. Meedenken. Verbinden. Herstellen.
Aan iedereen die deze beweging mede mogelijk maakt: als zorghersteller, partner, zorginstelling of volger: Dank je wel. Voor je lef. Voor je loyaliteit. Voor het blijven zien wat wél mogelijk is, ook als het moeilijk werd. Het beroep dat we op onze zorgherstellers doen is groot. De manier waarop jullie dat dragen, is dat ook. Dat is echt bewonderenswaardig. Daar worden we stil van.
We blijven bouwen. Omdat de zorg beter verdient.
En zolang het nodig is, zijn wij er.
Voor de cliënt.
Voor de teams.
Voor de zorginstellingen.
Als zorgherstellers.
Als Team Connected.